Wie thuis huishoudelijke prestaties van overwegend manuele aard (kuisen, strijken wassen, tuinhulp, …) laat uitvoeren moet hierop vanaf vandaag sociale zekerheidsbijdragen betalen. Vanaf 1 oktober moeten particulieren zich immers als werkgever van huishoudpersoneel identificeren bij de RSZ en per kwartaal aangeven hoeveel er gewerkt is en tegen welk loon. Het is een goede zaak dat door de invoering van deze maatregel ook voor huispersoneel of dienstboden een degelijk sociaal statuut wordt gecreëerd. Maar het betekent voor particulieren wel extra administratie en bijkomende verantwoordelijkheden als werkgever.
“Nochtans bestaat vandaag voor huishoudhulpen een volwaardig legaal alternatief onder de vorm van dienstencheques”, verklaart Paul Verschueren van Federgon, de federatie van HR-dienstverleners die onder meer de dienstenchequesector vertegenwoordigt. “Door een beroep te doen op dit systeem blijft het werkgeverschap bij het dienstenchequebedrijf en leven particulieren zonder meer de wetgeving na. Bovendien helpt het systeem laaggekwalificeerde werkzoekenden aan een duurzame job met opbouw van sociale rechten”, alsnog Paul Verschueren. In die zin verdient het aanbeveling dat de nieuwe deelstaatregeringen naar aanleiding van de regionalisering van de dienstencheques op 1 juli, nadenken over een uitbreiding van de toegelaten activiteiten die kunnen worden gepresteerd binnen de dienstencheques.